Verzekeringsvragen voor ondernemers omtrent het Coronavirus

Lees hier de veelgestelde vragen over verzekeringen voor ondernemers omtrent het Coronavirus.

Naast de diverse veelgestelde vragen omtrent het Coronavirus, vindt u ook handige links naar diverse websites voor meer achtergrond informatie. Op deze manier willen wij vanuit verzekeringsperspectief u zo goed mogelijk helpen en zullen hier regelmatig updates plaatsen die van invloed zijn op de diverse risicodomeinen.

Staat uw vraag er niet tussen dan kunt óók u ons helpen! U kunt dan contact met ons opnemen. We beantwoorden uw vraag (of zoeken het uit) en plaatsen deze zo spoedig mogelijk op onze website. Op deze manier helpt u ook andere ondernemers die met soortgelijke vragen zitten.

Veelgestelde vragen

Ja, de oorzaak van de ziekte is niet relevant. Er moet een verzuimmelding bij de arbodienst worden gedaan en de arbodienst pakt de verzuimbegeleiding op.

Nee, een verzuimverzekering dekt de loondoorbetalingsverplichting in geval van ziek personeel. Als iemand om een andere reden dan ziekte niet kan werken, bijvoorbeeld omdat een hij/zij om preventieve redenen in quarantaine moet blijven, of een bepaald gebied niet mag verlaten, is er geen dekking voor de eventuele loondoorbetaling. Ook de arbeidsongeschiktheidsverzekering zal niet uitkeren, want ook daar moet arbeidsongeschiktheid door ziekte of een ongeval aan ten grondslag liggen.

Als uw werknemer geen gezondheidsklachten heeft, kan hij/zij gewoon aan het werk. Om preventieve redenen kunt u overwegen om iemand de eerste twee weken na terugkeer thuis te laten werken. Voor iedereen in Nederland geldt: blijf thuis bij de klachten: neusverkoudheid, hoesten, keelpijn of koorts. Mijd sociaal contact en neem contact op met de huisarts als de klachten verergeren (koorts in combinatie met luchtwegklachten zoals hoesten).

Nee, alleen mensen die klachten hebben al neusverkoudheid, hoesten, keelpijn en koorts. Echter is het advies aan u, als werkgever, om werknemers tot en met 6 april 2020 zo veel mogelijk thuis te laten werken. Overweeg daarom of thuiswerken voor uw werknemers mogelijk is.  Daarnaast is de oproep aan u om de werktijden van uw werknemers zo veel mogelijk te spreiden.

Als u vermoedt dat een werknemer besmet is met het virus dan laat u hem/haar naar huis gaan en telefonisch contact zoeken met de huisarts. Wacht eerst het oordeel van de huisarts en GGD af, voordat u verdere maatregelen neemt. Wij adviseren om ook de bedrijfsarts hierover te informeren.

De bedrijfsarts heeft vooral een adviserende rol. Hij kan adviseren over (bedrijfsspecifieke) preventieve maatregelen om besmetting te voorkomen en passende maatregelen mocht één van uw medewerkers besmet raken. De bedrijfsarts speelt geen rol bij de diagnosestelling van het coronavirus. Dit is de rol van de huisarts, in samenspraak met de GGD. De eerste stap is om de werknemer contact op te laten nemen met de eigen huisarts.

Nee, de werknemer is niet ziek en er is dus géén dekking op de verzuimverzekering. Hiervoor kunt u mogelijk andere maatregelen treffen. Die leest u hieronder.

Als een organisatie door het coronavirus voor minstens twee weken ten minste twintig procent minder werk heeft, is het mogelijk om werktijdverkorting (wtv) aan te vragen bij het ministerie van SZW. Dat kan overigens alleen voor werknemers waarvoor een loondoorbetalingsplicht bestaat, dus niet voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten. Als het ministerie een vergunning afgeeft, kan de onderneming bij het UWV een tijdelijke WW-uitkering aanvragen voor de werknemers. UWV vergoedt achteraf de uren dat werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode. U heeft zo minder loonkosten, terwijl de werknemers wel volledig in dienst blijven. Over de uren waarvoor werktijdverkorting is verleend, heeft de werknemer gedurende de eerste twee maanden recht op een uitkering ter hoogte van 75% van het loon en daarna op 70% (gemaximeerd tot het maximum dagloon). Ondanks dat de meeste werkgevers deze uitkeringen zullen aanvullen tot 100% zijn werkgevers daartoe niet verplicht. (zie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ww-uitkering/vraag-en-antwoord/aanvragen-werktijdverkorting-en-ww-uitkering-personeel)

Vanwege de enorme toestroom van aanvragen voor werktijdverkorting kon het ministerie van SZW de aanvragen niet meer aan.

Daarom is deze regeling stopgezet en kunnen er sinds dinsdagavond 17 maart 2020 geen nieuwe aanvragen meer worden ingediend. Aanvragen die al zijn ingediend maar nog niet zijn afgehandeld, worden afgehandeld in de nieuwe NOW. De regeling vervangt de aanvraag werktijdverkorting.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW)

Deze maatregel vervangt de werktijdverkorting (WTV), die wordt ingetrokken. Werkgevers kunnen met de nieuwe regeling een aanvraag indienen voor een ‘substantiële tegemoetkoming in de loonkosten’, en hiervoor van het UWV een voorschot ontvangen. Zo kunnen werkgevers werknemers met een vast én flexibel contract in dienst houden en doorbetalen. Ook oproepkrachten vallen hieronder. Uitzendbureaus kunnen ook voor uitzendkrachten een tegemoetkoming aanvragen. De tegemoetkoming kan in ieder geval voor 3 maanden aangevraagd worden, met de mogelijkheid tot verlenging (evt. onder andere voorwaarden) met nog eens 3 maanden.

Als je al een aanvraag voor WTV gedaan had, wordt die vanaf nu beschouwd als aanvraag voor de nieuwe tegemoetkomingsregeling. Je hoeft dan niets te doen en krijgt vanzelf bericht.

WTV kun je niet meer aanvragen. Die regeling is gestopt omdat de WTV niet snel genoeg was, en niet goed toepasbaar op de uitzonderlijke situatie rond de coronacrisis. Als je al een toekenning voor werktijdverkorting hebt gehad, blijft deze van kracht. Als je wil verlengen, stap je over naar de nieuwe regeling.

Op dit moment kun je nog geen NOW-aanvraag indienen, daar wordt hard aan gewerkt. Uiteindelijk gaat de aanvraag via het UWV. Wel is duidelijk dat omzetverlies vanaf 1 maart in aanmerking komt voor deze noodmaatregel.

Voor werknemers die onder de regeling vallen betekent dit dat hun loon volledig kan worden doorbetaald. Werknemers verbruiken met de regeling hun WW-rechten niet omdat de regeling losstaat van de WW. Werknemers en werkgevers kunnen zelf afspreken of werknemers werk moeten verrichten.

Dit zijn de voorwaarden voor de tegemoetkoming:

  • Bij de aanvraag committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt.
  • De aanvrager verwacht tenminste 20% verwacht omzetverlies;
  • De aanvraag geldt voor een periode van 3 maanden, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens 3 maanden (aan de verlenging kunnen nadere voorwaarden worden gesteld);
  • De regeling zit op omzetdalingen vanaf 1 maart 2020;
  • De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, maximaal 90% van de loonsom. Hieronder enkele voorbeelden waarin de relatie tussen omzetdaling en hoogte van de tegemoetkoming is uitwerkt:
    • indien 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van een werkgever;
    • indien 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom van een werkgever;
    • indien 25% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom van de werkgever.
  • Op basis van de aanvraag zal het UWV een voorschot verstrekken ter hoogte van 80% van de verwachte tegemoetkoming.
  • Achteraf wordt vastgesteld wat de werkelijke daling in de omzet is geweest.
  • Voor aanvragen boven een nader te bepalen omvang van de tegemoetkoming is een accountantsverklaring vereist.
  • Bij de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming vindt nog een correctie plaats als er sprake is geweest van een daling van de loonsom.

Of de opdrachtgever dit mag, is afhankelijk van de tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer (zzp’er) gemaakte afspraken. Als er een schriftelijke afspraak is gemaakt dat de opdrachtgever gedurende een bepaalde periode een vooraf aantal overeengekomen uren zal vergoeden, dan mag de opdrachtgever dit niet eenzijdig wijzigen, tenzij in de overeenkomst is bepaald dat dit, bijvoorbeeld als gevolg van overmacht, wel mag. Is er tussen opdrachtgever en opdrachtnemer helemaal niets (schriftelijk) vastgelegd? Dan mag de opdrachtgever de opdracht op enig moment (per direct) beëindigen of de uren verminderen/terugbrengen.

De oproep aan u, als werkgever, is om de werktijden tot en met 6 april 2020 waar mogelijk te spreiden. U mag de werktijden van uw werknemers dus aanpassen.

Als werkgever bent u verantwoordelijk voor het bieden van een gezonde en veilige werkomgeving. Het kan zijn dat de toegang weigeren tot de werkplek hieronder valt. Dit is afhankelijk van de situatie. Daarnaast wordt u, als werkgever, geadviseerd om werknemers tot en met 6 april 2020 zo veel mogelijk thuis te laten werken. Overweeg daarom of thuiswerken mogelijk is voor uw werknemers.

Om maatschappelijke ontwrichting te beperken en te zorgen dat vitale sectoren zoals zorg, brandweer en elektriciteit blijven functioneren, is het belangrijk dat u en uw werknemers naar werk komen, alleen indien jullie geen klachten hebben.

Voor elke werkplek geldt dat er een protocol van GGD in werking treedt als door contacten van de werknemers de kans bestaat op besmetting op de werkplek. In het protocol staan de maatregelen die er, als werkgever en werknemer, genomen moeten worden.

Heeft u als ondernemer vragen die niet worden beantwoord op deze website? Dan kunt u contact opnemen met het Kamer van Koophandel Adviesteam: 0800-2117. Hier kunt u vragen stellen over voorraden, personeel en financiële impact. Dit gratis nummer is op werkdagen geopend van 08:30 tot 17:00. Ondernemers kunnen ook terecht op de website van KVK.

Er komt een tijdelijke inkomensondersteuning voor ondernemers met een levensvatbaar bedrijf, maar die tijdelijk in de problemen zitten als gevolg van het coronavirus. Deze regeling geldt ook voor zzp’ers. De regeling is gebaseerd op de al bestaande Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen), maar zal sneller behandeld en verstrekt worden. Wilt u meer informatie over deze tijdelijke voorziening? Het coronavirus: check hier je regelingen.

Dat is afhankelijk van wat u met uw opdrachtgevers heeft afgesproken in de overeenkomst of in de algemene voorwaarden. De gevolgen van het niet-nakomen van een verbintenis worden beschreven in de artikelen 74 en verder van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Komt iemand deze overeenkomst niet na? Dan kan diegene schadeplichtig zijn.

Ja. VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN hebben samen een handreiking opgesteld met daarin aandachtspunten voor een bedrijfscontinuïteitsplan.

Overeenkomsten moeten worden nagekomen, dat is de kern van ons rechtssysteem. Een beroep op overmacht wordt niet snel aangenomen. De kans op een positief beroep op overmacht is heel klein. Of er sprake is van overmacht hangt af van het contract dat je hebt opgesteld. Bij commerciële contracten is vaak een zogeheten force majeure-clausule opgenomen. Daarin is vastgelegd in welke omstandigheden sprake is van overmacht, en wat de gevolgen zijn als dit aan de orde is. In de clausule staan meestal zaken als overheidsmaatregelen, stakingen, plotselinge belemmeringen in de infrastructuur of tekorten in transport als omstandigheid. Het kan dus zijn dat onder verwijzing naar de (overheids-)maatregelen die genomen zijn om verspreiding van het virus te voorkomen een beroep kan worden gedaan op overmacht. Je kunt ook ziektes, epidemieën of quarantaines in zo’n contract opnemen.
Bij een geschil bepaalt de rechter. Heb je geen force majeure-clausule opgenomen? Dan kijk je naar de mogelijkheden in het toepasselijk recht. Dit kan Nederlands recht zijn, of het recht van het land waar je klant is gevestigd. Het niet kunnen leveren wordt in de wet omschreven als ‘een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis’. Dit is beschreven in de artikelen 74 en verder van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Kom je je overeenkomst niet na? Dan kun je uiteindelijk schadeplichtig zijn.

Bij thuiswerken geldt de Arbeidsomstandighedenwet, maar de arboregels zijn soepeler dan voor de werkplek binnen jouw bedrijf. Het is in normale omstandigheden verstandig om jouw thuiswerkers en telewerkers te informeren over de regels. Denk aan afspraken maken over pauzes en onderhoud van computers, apparatuur of machines. Je moet ze ook informeren over de risico’s die ze lopen, zoals de kans op rsi of werkstress. Ook is het raadzaam te controleren of de werkplek aan de arbo-eisen voldoet. Dat kan door de werknemer een checklist te laten invullen. Voldoet de werkplek niet? Dan moet je helpen de werkplek aan te passen.

Deze mogen openblijven. Wel adviseert de overheid waar mogelijk een afstand van 1,5 meter of twee armlengtes. Branchevereniging ANKO voegt daaraan toe dat de keuze aan de ondernemer zelf is, aangezien 1,5 meter afstand bewaren onmogelijk is met deze beroepen. De organisatie heeft een lijst met voorzorgsmaatregelen samengesteld.